
De Nederlandse drinkwaterbedrijven die afhankelijk zijn van water uit de Rijn om drinkwater te maken hebben de Duitse minister Lemke een brief gestuurd waarin zij vragen grenzen te stellen aan PFAS-lozingen in de Rijn. Met deze lozingen komt Duitsland ook niet tegemoet aan gemaakte afspraken over waterkwaliteit, zoals vastgelegd in de eigen nationale en Europese wetgeving. Nederlandse burgers en bedrijven hebben de komende jaren een groeiende behoefte aan schoon drinkwater, maar het produceren daarvan wordt steeds kostbaarder door industriële lozingen in Duitsland.
In de brief herinneren de drinkwaterbedrijven (verenigd in RIWA-Rijn) eraan dat de Duitse overheid, met Nederland, Denemarken, Noorwegen en Zweden, mede-initiatiefnemer is van een Europees PFAS-verbod. RIWA-Rijn directeur Gerard Stroomberg zegt hierover: “De Duitse overheid is van mening dat PFAS-verbindingen zo schadelijk zijn dat zij in heel Europa verboden moeten worden, dat is een standpunt dat we van harte toejuichen. We roepen de minister op om, tot het PFAS-verbod van kracht is, nu al grenzen te stellen aan de lozing van PFAS-verbindingen in de Rijn. Onze bron van drinkwater voor 5 miljoen mensen in Nederland verdient het hoogst mogelijke niveau van bescherming.”
Preventie cruciaal
Preventie van vervuiling is cruciaal. Want wat niet bovenstrooms in het Rijnwater wordt geloosd, hoeft er door de Nederlandse drinkwaterbedrijven ook niet uitgehaald te worden. Voor het verbeteren van deze situatie zet RIWA-Rijn in op internationale samenwerking en het definiëren en handhaven van regels. Voor dat laatste punt is het essentieel dat in industriële lozingsvergunningen emissiegrenswaarden worden opgenomen die de drinkwaterfunctie van de rivier beschermen. Uit het jaarrapport van RIWA-Rijn blijkt dat in 2023 de PFAS-concentraties in de Rijn (som van 23 PFAS verbindingen) een factor 3 tot 4 hoger waren dan de door het RIVM geadviseerde drinkwaterrichtwaarde.
Duitsland
In Duitsland schrijft de overheid geen bindende emissiegrenswaarden voor aan de lozing van PFAS verbindingen, de enige uitzondering hierop is PFOS. Om die reden hanteert men bijvoorbeeld in Noordrijn-Westfalen in industriële lozingsvergunningen voor een som van 14 PFAS-verbindingen oriëntatiewaarden die niet wettelijk afdwingbaar zijn. Zelfs overschrijdingen van deze oriëntatiewaarden met een factor 10 hebben geen juridische consequenties. Voor het ontbreken van emissiegrenswaarden wijst men op het ontbreken van een Best Beschikbare Techniek (BBT) voor de zuiveringen van PFAS uit industrieel afvalwater. Deze ‘beste techniek’ wordt in samenwerking met de industrie in Europees verband vastgesteld en pas daarna zal de Duitse overheid emissiegrenswaarden kunnen vaststellen. RIWA-Rijn vindt dit een verkeerde gang van zaken. Wettelijk afdwingbare grenswaarden, eventueel met een implementatietermijn, zullen de industrie aanzetten om sneller betere zuiveringstechnieken of eventueel alternatieven voor PFAS verbindingen te ontwikkelen.
Rijnverdrag en Europese industriële emissierichtlijn
Het is dit jaar 25 jaar geleden dat het Rijnverdrag werd vernieuwd waarin de Rijnoeverstaten in artikel 5 garanderen “dat het lozen van afvalwater dat de waterkwaliteit kan beïnvloeden onderworpen is aan een voorafgaande vergunning of aan een algemeen verbindende regeling waarin grenswaarden voor de emissies worden vastgelegd”. En ook volgens artikel 14 van de Europese richtlijn industriële emissies “kan de bevoegde autoriteit strengere vergunningsvoorwaarden vaststellen dan die welke haalbaar zijn door gebruik te maken van de beste beschikbare technieken als beschreven in de BBT-conclusies. De lidstaten kunnen regels vaststellen op grond waarvan de bevoegde autoriteit dergelijke strengere voorwaarden mag vaststellen.”
Streefwaarden Rijnwaterkwaliteit worden structureel niet gehaald
Op dinsdag 3 september 2024 publiceert RIWA-Rijn het jaarrapport over 2023. Dit rapport beschrijft de waterkwaliteit van het Nederlandse deel van het Rijnstroomgebied in 2023 op de grensovergang bij Lobith en op de innamepunten bij Nieuwegein, Nieuwersluis en Andijk. Ook dit jaar concludeert RIWA-Rijn dat een groot aantal stoffen de ERM-streefwaarden overschrijdt. Hierdoor zijn drinkwaterbedrijven niet in staat om met eenvoudige natuurlijke zuiveringsmethoden schoon en gezond drinkwater te maken. De doelstelling van artikel 7.3 uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) (… het niveau van zuivering dat voor de productie van drinkwater is vereist, te verlagen.) wordt ook niet gehaald. Stroomberg: “We zien met name de vracht van stoffen uit stedelijk afvalwater, zoals medicijnresten, stijgen. Dit is strijdig met het 30% reductiedoel van de Rijnministersconferentie uit 2020. Voor het verminderen van medicijnresten is het belangrijk dat vaart wordt gemaakt met het verbeteren van rioolwaterzuiveringsinstallaties door deze uit te breiden met een 4e reinigingsstap.”




Plaats een reactie